Sneak preview Een Mooiere Wereld

Een theater- thuis- beleving, die je kunt lezen, luisteren en ervaren.

In dit, Zweeds ecologisch papieren boek, kun je niet alleen de teksten en liedteksten lezen van ‘Een mooiere wereld’ en poëtische olieverfschilderijen bekijken, je kunt ook door middel van QR codes luisteren naar de muziek met 4-koppige band, genieten van videoclips, kijken naar een concertregistratie én de makers achter de schermen ontmoeten. Ook heb je in het boek de mogelijkheid om via een besloten link de muziek te downloaden op je computer. Je kunt er dan voor kiezen om de liedjes ook op een cd te branden.

Aangezien dit niet om een ‘gewoon’ boek gaat met enkel teksten, geven we hieronder vast een sneak preview van wat er zoal in het boek te beleven is!

Proloog

Een vrouw zit op een terrasje voor een café. Maart 2018, de eerste mooie lentedag. Haar man is naar de bibliotheek om boeken over bevallen en opvoeden te lenen. Ze is blij dat ze daar zitten kan, want er staan maar twee tafeltjes en daar mag iedereen zitten. Maar als je geen kettingrokende jenever drinkende oude man bent, vinden ze het wel jammer als je daar zit. Dat zeggen ze niet, dat voel je. En als ze die dag één ding niet is, dan is het een kettingrokende jenever drinkende oude man. Ze is hoogzwanger en bestelt een sapje. De twee oude mannen aan het tafeltje naast haar knikken haar toch vriendelijk toe. Ze zien waarschijnlijk dat ze ontzettende zin heeft in sigaretten en jenever.

Ze hebben cadeautjes bij zich. ‘Wat heb jij voor hem gekocht?’ ‘Een boek.’ ‘Hij wil geen boeken meer.’ ‘Dit boek wel, want er staan plaatjes in. En jij?’ ‘Een foto waar hij op staat met Ramses Shaffy. Ik heb er een lijstje om laten maken.’ Er stopt een taxi en een derde man stapt uit … Nee, het gaat anders: eerst komt er een hand naar buiten, met daarin een door de slijter feestelijk verpakte fles, daarna glipt de fles uit de hand en valt op straat, breekt en vervolgens komt er zó’n terroristische vloek uit de taxi, dat alle andere café’s in de stad in paniek hun deuren sluiten. Dan pas stapt de derde man uit. Rond de scherven op straat vormt zich een plas whiskey – de vrouw ruikt het meteen. Het is nog goeie ook.

‘Nu heb ik geen cadeautje!’ roept de derde man. ‘Tuurlijk wel,’ zegt de tweede, ‘het heeft alleen een andere vorm aangenomen.’ Ze zetten hun stoelen op straat om de plas whiskey heen en gaan de geur op zitten snuiven. Dit is niet waar, dit verzint ze. Maar
ze ziet het voor zich. En ze verzint er meteen maar bij dat ze bij ze gaat zitten om mee te snuiven. Wat wel waar is: de derde man gaat bij de anderen zitten en de tweede man zegt: ‘Het is jammer van de whiskey maar als je gaat zitten tobben, maak je het alleen maar erger.’ ‘Precies,’ zegt de eerste, ‘je kunt de treurvogels niet beletten over je hoofd heen te vliegen, maar je kunt ze wel beletten om een nest te bouwen in je haar.’

Dat is een uitspraak van Astrid Lindgren! Het is een Chinees spreekwoord, maar Astrid heeft het zo vaak gezegd en geschreven dat het van haar geworden is. En even denkt de vrouw: ‘Deze man heeft zijn kleinkinderen goede boeken voorgelezen.’ Maar dan beseft ze: het eerste boek van Astrid was ‘Pippi Langkous’ en het kwam in 1952 uit in Nederland.

En wanneer ga je lezen? Als je zeven bent. Dus … De mannen in dit café hebben Pippi gelezen toen ze kind waren! Ze zitten daar met lange witte haren wuivend in de lentewind – ideale plekjes voor een treurvogel om een nest te bouwen. Maar dat hebben ze weten te beletten.

Ze zien haar kijken en de derde vraagt: ‘Weet je wat Zappa zei, meisje? Frank, Frank Zappa? Hij zei: Je moet je haar zo lang mogelijk laten groeien.’ ‘Ja,’ zegt de tweede, ‘want anders zit het zo lastig in je hoofd.’ ‘En dat denkt niet lekker,’ zegt de eerste. Ze grijnzen, één grijns is het, uitgesmeerd over drie gezichten en ze drinken op hun jarige vriend. Die blijkbaar iets anders te doen heeft die dag.
De vrouw legt haar handen op haar buik en doet haar ogen dicht. De zon schijnt door haar oogleden. Ze ziet alleen nog rood, het warmste rood dat ze ooit heeft gezien: zonlicht dat door haar bloed naar binnen komt. En ze weet: dit is wat die kleine in mijn buik nu ook ziet. En ze denkt: lief mannetje, als je straks naar buiten komt, zul je ook andere dingen zien. Het is op dit moment een teringzooi op de planeet, maar luister naar de oude mannen naast ons. Ze zijn door het leven gegaan en ze lachen nog. Het kan. Ik weet nog niet hoe, maar daar komen we wel achter, jij en papa en ik. Het wordt een groot avontuur. Ik ga dingen verkeerd doen, dat weet ik zeker, maar ik zal je nooit naar de kapper sturen.

Aan het tafeltje naast haar beginnen zes oude handen te klappen. Ze doet haar ogen open en ziet de jarige. ‘Sorry dat ik laat ben,’ zegt hij tegen zijn vrienden, ‘ik moest nog even bij mijn moeder langs.’ Daarna maakt hij een kleine buiging naar haar. ‘Goed zo, meisje,’ zegt hij, ‘als we stoppen met kinderen maken, is alles voor niets geweest.’

Haar man komt terug uit de bibliotheek. Met lege handen. ‘Hadden ze niks?’ ‘Ze hadden teveel.’ Hij legt zijn handen op haar buik. ‘Zie je die man daar?’ vraagt ze. Ze wijst naar de jarige. ‘Misschien moeten we even met hem gaan praten.’